Tag Archives: Eye of the Beholder

“Een goede voorstelling zorgt voor kortsluiting in je hersenen”

Wilhelmer van Efferink is met Gesprekken over David te zien op het ITS Festival

Door Henk de Jong

Publiek dat naar een voorstelling van Wilhelmer van Efferink komt mag niet achterover gaan leunen. Er moet gewerkt worden. Wie daar geen zin in heeft moet niet komen, aldus de jonge theatermaker. Gesprekken tussen David heet de voorstelling van Van Efferink waarmee hij, als enige van zijn jaar, als theatermaker afstudeert aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Op zondag 27 juni is zijn voorstelling te zien op het ITS Festival.

Een voorstelling maken is steeds verder gaan met wat er al is. Het een lokt het ander uit. En dat is maar goed ook. “Het plaatje in je hoofd is altijd minder mooi dan wat het kan worden”, vindt Van Efferink. “Je creëert een loop die niet anders kan zijn dan hij kan zijn. Het kan zo gebeuren dat je als theatermaker iets maakt dat je helemaal niet had willen maken, maar dat wel heel mooi is. Zo maakt het product zich zelf.”

In Gesprekken tussen David volgt een confrontatie tussen jong en oud. Drie generaties komen in de voorstelling aan bod. Een jongen van twaalf, een dertiger en een zeventiger. Waar heb je als oudere spijt van? Wat had je anders gedaan? En wat zou je als jongere nooit willen worden? De mens is er toe gedoemd steeds opnieuw dezelfde fouten te maken. “Belangrijk is hoe je daar mee omgaat”, aldus Van Efferink.

Hoe verhoudt het een zich ten opzichte van het ander? Het is een terugkerend thema in Van Efferinks werk.  Met de kennis van nu zou je tijdens je leven misschien andere keuzes gemaakt hebben. Maar je kunt niet meer terug. De sfeer is bij een voorstelling erg belangrijk, stelt de theatermaker. “Het moet een sensitieve ervaring zijn. Met de rug naar het podium moet de sfeer nog steeds voelbaar zijn.”

“Theater gebeurt bij jou, het publiek. Een goede voorstelling brengt het publiek in totale verwarring,” aldus Van Efferink. “Bij het naar huis gaan moet je je fiets niet terug kunnen vinden omdat de voorstelling voor even kortsluiting in je hersenen heeft veroorzaakt.”

Op 27 juni 2010 is Gesprekken over David van Wilhelmer van Efferink te zien op het ITS Festival.

Je verhouden tot het onvermijdelijke

Interview met Wilhelmer van Efferink over zijn afstudeervoorstelling Gesprekken tussen David

door Jasmina Ibrahimovic

‘Mijn vader was een beeldend kunstenaarAls hij op zijn doek één lijn gezet had moest hij doorgaan met de volgende lijn, ook al was hij misschien niet zo blij met die eerste. Je kunt niet terug om die ene lijn uit te vegen als die je niet bevalt. Zo kun je ook het verleden of de loop van het leven niet veranderen. Je moet je verhouden tot het gene dat er is’ aldus de jonge theatermaker Wilhelmer van Efferink. De regisseur studeert dit jaar af aan de theatermaker-opleiding van de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht met zijn voorstelling Gesprekken tussen David.

De voorstelling is een gesprek tussen drie mannen. Een jongen van twaalf (gespeeld door Xander Luykx), een man van dertig (Frank Derijcke) en één van vijfenzeventig (Arthur Boni). Het gaat over het gesprek tussen een jongere wijsheid en een oudere wijsheid. Van Efferink hoopt dat de jonge kracht wint. Het is een confrontatie tussen drie generaties.’

Die confrontatie was er ook in het maakproces waarbij de vierentwintig jarige regisseur moest leren werken met een ervaren acteur als Arthur Boni. ‘Ik wilde per se met hem werken, omdat hij me er altijd onder had’ vertelt Van Efferink lachend. ‘Ik moest leren voelen waarom ik de regisseur ben en hij de acteur. Ook al heb ik zoveel respect voor hem en zijn ervaring, blijft het mijn voorstelling dus weet ik hoe het moet.’ Van Efferinks maakprocessen verlopen heel gevoelsmatig. ‘Als de acteurs goed in het moment zitten, hoef ik eigenlijk niks meer te zeggen. Vaak is het dan zo dat als ik iets wil gaan zeggen, zij het al doen omdat ze het aanvoelen.’

‘Je creëert in het maakproces een loop die niet anders kan gaan dan die gaat. Als het eenmaal loopt maakt het product zichzelf. Het is eigenlijk zoals de loop van het leven; het gaat vanzelf en je moet je er maar toe zien te verhouden. Dat ‘verhouden tot’ komt steeds terug in mijn werk. Daarin kom ik als maker mezelf tegen. Ik zou willen dat ook het publiek zich op hun eigen manier gaat verhouden tot mijn voorstelling.’

En wat is de conclusie van het gesprek tussen de generaties, vraag ik mijn leeftijdgenoot. ‘Ik denk dat de mens gedoemd is honderd keer dezelfde fout te maken‘ antwoordt hij. ‘Het gaat erom hoe je ermee omgaat. Hoe je je ertoe verhoudt. Ik herken de waanzinnige gedrevenheid van mijn vader in mezelf en dat is positief. Uiteindelijk lijk ik meer op hem dan op mijn moeder, bij wie ik ben opgegroeid. Maar ik zie mezelf ook eindigen zoals mijn vader, ook al zou ik dat absoluut niet willen.’ Ons gesprek maakt me in ieder geval nieuwsgierig naar zijn afstudeervoorstelling; alleen al omdat ik benieuwd ben of hij Arthur Boni er inderdaad onder heeft.