Beschouwing: Its Festival 2009

Het ITS-Festival: een verhaal apart


Sarah Vankersschaever

 

‘We staan aan de wieg van het toekomstige theater’ verkondigt Theu Boermans, artistiek directeur van het ITS-Festival, trots in de programmakrant. Zijn ‘state of the art’ vat niet alleen het programma samen maar legt ook de vinger op de pijnpunten en de schoonheidsfoutjes van dit tiendaagse festival.

Het International Theatre School Festival van Amsterdam is dit jaar aan haar twintigste editie toe. Dat verdient uiteraard een schouderklopje maar laat dit verjaardagsfeest onze kritische blik niet vertroebelen. Wat wil deze nieuwe generatie theatermakers ons vertellen en hoe doen ze dat? En hoe aannemelijk klinkt hun verhaal?

Kijken en bekeken worden
Na vijf dagen theater lijkt zich reeds een rode draad af te tekenen in het gepresenteerde werk. Er zijn de stukken die zich baseren op de theatercanon (In the summerhouse, naar een tekst van Jane Bowles), op het filmrepertoire (De tien gezworenen, naar de film Twelve angry men) of op ophefmakende gebeurtenissen (Human interest, gebaseerd op de racistische moordpartij door Hans van Temsche). Maar bovenal beroepen deze vers afgestudeerden zich op de eigen leefwereld. Met een begeerte die grenst aan gulzigheid verslinden ze hun ervaringen om die vervolgens zonder schaamte en in volle glorie voor het voetlicht te brengen.

De theatermakers op het ITS-Festival lijken geen boodschap te hebben aan Jean-François Lyotards ‘einde der verhalen’. Integendeel, zij zoeken de toekomst in het modernistische verleden en voegen er nog een dimensie aan toe: het persoonlijke verhaal. De studenten sleuren zo een spanningsverhouding op scène die wij ‘de hedendaagse samenleving’ noemen, namelijk de frictie tussen exhibitionisme en voyeurisme, zonder daarbij de ogenschijnlijke afwijzing te vergeten.

Het theater verbindt zich hierdoor met de literatuur. Denk maar aan het succes van de Privé-domein-reeks van de Arbeiderspers, een serie egodocumenten van grootheden zoals Flaubert, Nabokov en Dalí. De boeken bieden genoeg latente stof voor meerdere woelige nachten. Ook een snelle blik op de bestsellerlijst, categorie non-fictie, levert heel wat interessants op: twee wielrenners en een handvol politici willen hun leven met u delen. Wat een eer. Jammer dat u het zo druk heeft met het schrijven van een dagboek, anders had u zich wel even in Tom Boonen verdiept.

Onverbiddelijk
Het is deze doorgedreven drang om zich te tonen, om het persoonlijke verhaal zo luid mogelijk te laten gonzen tussen miljarden andere stemmen, die ons ertoe brengt om het ook op de bühne te proberen. Maar het theatermedium is onverbiddelijker dan het boek. Het verhaal geeft haar kwetsbaarheid door aan de dragers. Een onzeker handgebaar of een pathetische uitwerking ontneemt de voorstelling haar maturiteit en maakt het persoonlijke verhaal tot een kleinmenselijk relaas waarbij het publiek geen aansluiting vindt.

Heel wat stemmen die zich op het ITS-Festival laten horen, zoeken naar deze ideale vorm om de meeste weerklank te vinden. Vinden ze die, zoals in de voorstelling Manson/Mensen, dan zien we een prachtig staaltje theater. Wordt de tekst verliefd op zichzelf of overtuigt de acteur ons niet van het belang van zijn verhaal, dan wordt het, zo eenvoudig is het, gênant. Het is een wankel evenwicht en wie struikelt, wordt genadeloos afgekraakt. Een eigenschap van het theatermedium die zich binnen dit nieuwe, persoonlijke genre versterkt ziet. Hoe dichter op de huid, hoe gevoeliger we worden voor schoonheidsfoutjes, zo lijkt het wel.

Klinken op de toekomst
De organisatoren van het ITS-Festival mogen tevreden op de twintigste editie klinken. Dit jaar werd opnieuw duidelijk wat het belang is van een dergelijk afstudeerfestival: het vormt niet alleen een springplank voor heel wat jong talent maar het zet ook de krijtlijnen uit van het toekomstige theaterlandschap. Zo werd gedurende deze tien dagen soms pijnlijk duidelijk dat wie geen stof uit de canon put, het publiek met een ander verhaal moet bekoren. Wie dat verhaal in zichzelf vindt, kan daarbij op een dankbare groep voyeurs rekenen. Dankbaar, op voorwaarde dat deze jonge garde hen van hun schoonheidsfouten weet te overtuigen.

Leave a comment